Geschiedenis

Oude tekening van kaketoe

Rond 1850 werden kaketoes voor het eerst ontdekt door Europeanen. De verre reizen naar Indonesië brachten de zeevaarders in contact met deze vogels. Al snel werden kaketoes ook meegenomen op de schepen, eerst als dood exemplaar om te showen en te bestuderen, maar later ook levend.

Vanaf ongeveer 1900 begonnen de meer welgestelde mensen in Europa papegaaien en kaketoes te gaan houden. Al deze dieren waren geïmporteerd uit het wild. Pas rond 1985 werden kaketoes gefokt in Nederland. Voorheen waren er nog teveel problemen met het kiezen van de juiste voeding, de juiste partner, het juiste verblijf etc. om de kweek tot een succes te maken. Gelukkig worden nu bijna alle kaketoes gekweekt in Nederland. Het is voor veel soorten verboden om hen uit het wild te importeren, hoewel er nog steeds vogels gesmokkeld worden. Een nakweek kaketoe is te herkennen aan de gesloten voetring, deze ring kan alleen om de poot worden gedaan als het pootje nog klein is en is daarom een bewijs dat de kaketoe van jongs af aan bij mensen was.

Het aantal kaketoes en de hoeveelheid mensen die een kaketoe heeft groeit nog steeds in Nederland. Het is een trend van de laatste jaren dat mensen zelf een baby kaketoe kopen om thuis met een papje op te voeden. Voorheen werden kaketoes door de fokker zelf opgekweekt met een papje of mochten de ouders de jongen zelf opvoeden.

De tekst gaat door onder deze advertentie

Het schijnt dat papegaaien (geen kaketoes) al gehouden werden door de oude Grieken.


Lees verder over dit onderwerp

Volgende pagina: Papegaaiachtigen
Vorige pagina: Natuurlijk gedrag